Ann keek met een zelfingenomen blik toe hoe Nina de sigaret over nam. Ze was gewend vanwege haar werk dat je altijd iets moest hebben waarmee je je medemens kon omkopen. Natuurlijk noemde ze het nooit omkoperij, het was gewoon het spel slim spelen door te weten wat je tegenstander erg graag wilde. 'Niemand wil dat die meid ons als de boemannen ziet. Ik denk niet dat dat gaat helpen.' Ann streefde naar onderhandelingen die niet geleid werden door angst, maar door macht. 'Ja, ik kan me niet voorstellen dat ze er anders zo lang over gedaan hebben om ons te vinden. Die brand in de eerste weken, die moeten ze hebben gezien.'